1. Kennismaking
2. Handleiding utilities
3. Usenet search
4. Instellen van SMSUseNET
1.1. Wat is Usenet?

Usenet bestaat uit veel verschillende servers over heel de wereld die via internet aan elkaar zijn gekoppeld.
Deze servers staan b.v. bij ISP's (b.v. planet,chello,xs4all) maar vaak zijn deze niet goed bruikbaar.
Daarnaast zijn er commerciële servers waarvoor je dus moet betalen om er gebruik van te kunnen maken.
Gebruikers kunnen een bericht op 1 van deze servers posten, waarna het automatisch verspreid wordt over de andere servers, zodat mensen over de hele wereld dit bericht van hun server kunnen downloaden.
Afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte server, de kwaliteit van de koppelingen met andere servers,
en de kwaliteit van de ontvangende server zal dit bericht bij veel of maar bij sommige andere servers aankomen.
Deze kwaliteit wordt uitgedrukt met de term 'completion' in procenten; als deze laag is is de kans groter dat het artikel niet op de server staat.
Omdat er over de hele wereld veel artikelen gepost worden zullen de servers snel vollopen.
Om dit te voorkomen worden de oudste artikelen dan ook verwijderd om plaats te maken voor de nieuwe.
Hoelang een artikel op een server blijft staan is dan ook afhankelijk van de opslagcapaciteit van de server.
Dit wordt 'retention' genoemd en wordt meestal uitgedrukt in dagen dat een artikel op de server blijft staan.

Groepen
Er worden gigantisch veel artikelen gepost via usenet. Om deze later nog terug te kunnen vinden worden deze opgedeeld in groepen.
Op elke server wordt een lijst bijgehouden met de namen van de groepen die de server ondersteund.

Headers/bodies
Een artikel kan je opdelen in 2 stukken: een header (kopje) en een body (de inhoud).
In de header staat o.a. het onderwerp, de groep en een unieke herkenning (message-id). Om het artikel te kunnen downloaden moet je het message-id hebben.

Probeer usenet voor te stellen als een mailbox voor verschillende gebruikers (die zijn dan de groepen), en waarbij de artikelen emails zijn met als onderwerp de header en als tekst de body.

Deze illustratie verduidelijkt wat er op de server staat, en hoe dit later wordt samengevoegd tot 1 bestand